Al gedoucht?
Door Cor Gout
Karikatuurtekenaars kunnen zichzelf niet tekenen. Daarom zal Diederik, die op dit moment bezig is een
spotprentenkabinet van ons elftal samen te stellen, niet in de galerij voorkomen.
De stelling van mijn openingszin is ontsproten aan ervaring. Ik begon mijn artistieke carrière als tekenaar van
cartoons en karikaturen in de schoolkrant van mijn middelbare school. Zolang de afbeeldingen nog iets
menselijks vertoonden mochten ze rekenen op bijval van leraren en leerlingen. Toen ik er dierlijke elementen
aan ging toevoegen verminderde dat enthousiasme aanzienlijk. Ook de plaatsing van de figuurtjes in een
situatie die op herkenbare wijze hun menselijke zwakheden of absurditeiten verried ging steeds meer
ergernis wekken. "Maak nou maar eens zo'n spotprent van jezelf," beten sommige
gekwetsten mij toe. Dat wilde ik wel, maar ik kon het niet. De tekenaar ziet zichzelf niet van buitenaf en
afstand tot je object lijkt een voorwaarde om de juiste expressie en houding te kunnen
'pakken'.
Terwijl ik over deze zaken nadacht kreeg ik een ingeving: als Diederik zichzelf niet tekende, zou ik de
honneurs dan maar waarnemen? Een aardig idee, maar kon ik me ertoe zetten de goede oude trekpen
schoon te schaven en de vastgeklemde dop van de fles met Oostindische inkt los te wrikken? Ach, waarom
niet? Maar welke houding zou ik Diederik aanmeten en in welk decor zou ik hem plaatsen?
Ons elftal kent verschillende types douchers. Douchers met broeken aan, schoon-aan-de-haak-douchers,
hartstochtelijke douchers, schoorvoetende douchers, kattenwasdouchers, hete douchers, lauwe douchers,
pratende douchers, zwijgende douchers, grappende en grollende douchers, gassen lekkende douchers,
badslipperdouchers, blootsvoetse douchers, zeepdouchers, haarshampoodouchers, vaste-prik-douchers en
zo-nu-en-dan-douchers.
Zingende douchers hebben we helaas niet in onze gelederen. Na afloop van het Schiebroek-tournooi op
Hemelvaartsdag, een jaarlijks evenement dat slechts op één onderdeel tekort schiet: de muziek,
heb ik Patrick tot enige douchezang proberen te verleiden. Maar zingen kon hij niet, bekende hij me, en wilde
hij ook niet meer, sinds hij zich een keer aan het karaoke-achtige Xbox 360-computerspel 'Lips'
had gewaagd en tot grote hilariteit van zijn vrouw en zoon over het ritme van het door hem gekozen
popnummer was gestruikeld en hulpeloos onder de toonhoogte was blijven bungelen, zodat zelfs de laagste
spel-beoordeling van 'ster' nog onbereikbaar bleek.
Diederik is een incidentele doucher. Na de wedstrijd tegen CVV in Rotterdam zat hij tegenover mij in de
kleedkamer, zichtbaar op hete kolen, de kleren in allerijl over zijn nog transpirerende lijf getrokken en zijn
Adidas-voetbaltas ingepakt op zijn schoot. Ik was juist bezig mij van mijn scheenbeschermers te ontdoen
toen Diederik, met wie ik mee terug zou rijden naar Den Haag, mij aansprak. "Heb je al gedoucht? Ik
heb namelijk een beetje haast!" Verbluft keek ik de vraagsteller aan. Was dit wel een vraag? Moest ik
hierop antwoorden? Harry maakte die beslissing overbodig: "Goede vraag, Diederik!"
|